Blog: Hans Hautvast
De algemene gang van zaken van de onderneming… wat moet je daar nu eigenlijk mee? Voor veel ondernemingsraden voelt het als een verplicht nummer, dat nou eenmaal in de wet staat.
‘Natuurlijk, het is altijd nuttig als de bestuurder zijn visie geeft op de ontwikkelingen tot nu toe en een inkijkje biedt in de plannen voor komend jaar. Maar je moet wel uitkijken, want voor je het weet lult hij de hele vergadering vol en weet je eigenlijk nog niet goed wat de concrete plannen zijn. Wij noemen het “benen-op-tafel overleg”: een moment om eens even out of the box en zonder notulen met elkaar van gedachten te kunnen wisselen.’
Meer mogelijk
Zo luidt, gechargeerd samengevat, de opvatting van veel ondernemingsraden over de verplichting om tenminste twee keer per jaar die algemene gang te bespreken. Gelukkig beginnen ook steeds meer or’s in te zien dat er eigenlijk veel meer mogelijk is met dit artikel 24 uit de WOR, dan men tot nu toe dacht. Ambtelijk secretarissen kunnen helpen om die mogelijkheden er ook echt uit te halen.
Dat het hier een bijzonder overleg betreft, blijkt eigenlijk al meteen uit de aanwezigen: de toezichthouders in de onderneming worden geacht aanwezig te zijn bij dit overleg. Niet gek eigenlijk: raden van commissarissen – bij vennootschappen in bepaalde gevallen verplicht – hebben de wettelijke taak om (onder meer) toe te zien op de algemene gang van zaken in de onderneming. En voor een raad van toezicht, die meestal bij een stichting is ingesteld, is dat ook een voor de hand liggende taakstelling.
Voorbereiding nodig
De aanwezigheid bij het halfjaarlijkse overleg tussen or en bestuurder is dus bij uitstek de gelegenheid om een kijk op de gang van zaken in de onderneming te krijgen, die niet eenzijdig is gekleurd door de blik van de bestuurder. Natuurlijk vraagt dat dan wel om meer dan alleen een monoloog van de bestuurder over de successen en plannen van de onderneming. Het vraagt om een echt gesprek tussen or en bestuurder (en toezichthouders!) en dat moet gedegen worden voorbereid. Een ambtelijk secretaris kan hier veel nuttig werk bij verrichten.
Trots op het Rijnlands model
Je zou kunnen stellen dat de ondernemer op het artikel 24-overleg verantwoording aflegt aan de werknemers over het gevoerde en te voeren beleid – eigenlijk vergelijkbaar met de manier waarop de raad van bestuur bij een naamloze vennootschap verantwoording aflegt aan de aandeelhouders tijdens de algemene vergadering van aandeelhouders. Het past in een opvatting waar we in Nederland trots op zijn, van ondernemingen als samenwerking tussen stakeholders – een opvatting die ook wel het Rijnlandse model wordt genoemd. Waarom zou je de verantwoording over het bestuur van de onderneming aan de werknemers niet net zo serieus kunnen nemen als je dat aan andere stakeholders zou doen? Een opwaardering van de betekenis van het overleg over de algemene gang van zaken bij alle betrokkenen, kan een krachtige impuls geven aan de positie van de or. Van een ‘verplicht nummer’ voor bestuurder en toezichthouders, wordt het dan een ‘must’ voor alle partijen om hun beste beentje voor te zetten.
De ambtelijk secretaris kan helpen
Ook van de kant van bestuurder (en toezichthouders!) wordt er dus een serieuze voorbereiding verlangd. Gelukkig biedt de WOR hiervoor tal van aanknopingspunten: in de WOR-artikelen 31a t/m f, die gaan over de informatie die de ondernemer verplicht is te geven aan de or, staan tal van verwijzingen naar informatie die “mede ten behoeve van het overleg over de algemene gang van zaken van de onderneming” verstrekt dient te worden. De or kan hierbij aangeven hoe hij het graag gehad zou willen hebben – bij uitstek een vraag waar de ambtelijk secretaris bij kan helpen.
Vergaderplanning
Een tweede reden waarom het artikel-24 overleg bijzonder is, is gelegen in het feit dat or en ondernemer tijdens dit overleg afspraken dienen te maken over de manier waarop de or betrokken wordt bij besluitvorming over aangelegenheden met betrekking tot advies- en instemming. Meer in het algemeen zou je kunnen stellen, dat tijdens dit overleg afspraken gemaakt kunnen worden over de manier waarop de or betrokken wordt bij het beleid van de onderneming. In plaats van een praktijk van overleg waarbij steeds van incident naar incident wordt gegaan, biedt het artikel 24-overleg bij uitstek de gelegenheid om afspraken te maken over welke thema’s de komende periode centraal staan in de onderneming. En hoe de or en de werknemers daarbij betrokken kunnen worden. Op basis van deze algemene afspraken kan dan een vergaderplanning worden gemaakt, waarbij de verschillende thema’s aan de orde kunnen komen. Een goede vergaderplanning, gebaseerd op afspraken over de betrokkenheid van de or in de besluitvorming – wie zou dat niet graag zien? En dan natuurlijk wel met stukken die op tijd komen, met de mogelijkheid van een gedegen voorbereiding door alle betrokkenen en een verslag dat ook bij de niet aanwezige werknemers niets aan duidelijkheid te wensen laat. Dat is in een notendop wat het overleg over de algemene gang van zaken van de onderneming kan opleveren – en waarbij de ondersteuning van een ambtelijk secretaris onontbeerlijk is.